Begin augustus kwam het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) in opspraak vanwege hun advies om in bepaalde gevallen te stoppen met de vergoeding van dure medicijnen voor bijvoorbeeld zeldzame ziektes als Fabry en Pompe.
40 dure medicijnen onder de loep
Diverse discussies ontstonden, de ene helft sprak er schande en de andere helft vroeg zich af of Nederland verwend is door haar gezondheidszorg. Ondanks dit, zullen de aankomende tijd nog ongeveer 40 dure medicijnen onder de loep worden genomen, waarna zal uitwijzen of deze geneesmiddelen in aanmerking blijven voor een vergoeding.
Wat eraan vooraf ging
In 2006 werd de Zorgverzekeringswet ingevoerd. Met deze invoering heeft de politiek het CVZ de opdracht gegeven om in hun adviezen kosteneffectiviteit mee te laten wegen. 4 jaar geleden is een vernieuwde werkwijze ingevoerd voor dure medicijnen die alleen door specialisten mogen worden uitgeschreven. Tijdens deze vernieuwing werd bepaald om een aantal dure medicijnen, waarvan de effectiviteit onvoldoende wetenschappelijk bewezen was, nog 4 jaar extra te vergoeden. Na deze proefperiode zou het CVZ deze medicijnen opnieuw beoordelen. Dit moment van herbeoordeling is nu aangebroken.
De reden van herbeoordeling
De belangrijkste vraag volgens Bert Boer, lid raad van bestuur CVZ, is of de efficitiviteit van een duur medicijn bewezen is. Wanneer dit niet het geval is, zijn de hoge kosten maatschappelijk niet aanvaarbaar. De gemeenschap draait namelijk op voor deze kosten. Het gaat hier om geneesmiddelen die per middel meer dan 2,5 miljoen euro per jaar kosten. Welke middelen precies nader onderzocht worden, is nog niet bekend. Daarnaast was het veel besproken adviesrapport voor over Pompe en Fabry een concept, de definitieve versie zal binnenkort aan de minister worden gegeven.
Geef een antwoord