We gebruiken in Nederland steeds meer duurzame energie, zoals stroom van zonnepanelen en windmolens. In 2023 kwam 17% van ons totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen. Het doel voor 2030 ligt op 27% en in 2050 moet bijna álle energie uit hernieuwbare bronnen komen. Gaat dat lukken? En hoe doen we het eigenlijk vergeleken met de rest van Europa? In deze blog vertellen we je er alles over.
Wat is hernieuwbare energie?
Hernieuwbare energie – ook wel duurzame energie genoemd – komt uit bronnen die nooit opraken en veel minder CO₂ uitstoten dan fossiele brandstoffen. Denk aan:
- Windenergie (bijvoorbeeld via windmolens)
- Zonne-energie (via zonnepanelen of zonneboilers)
- Waterkracht (stromend water)
- Biomassa (zoals hout, plantenresten of mest)
In tegenstelling tot fossiele brandstoffen – zoals gas, olie en steenkool – stoten deze bronnen geen of veel minder CO2 uit. Daarmee zijn ze beter voor het klimaat. Voor kernenergie is er veel discussie wat nu beter is; geen CO2, of de risico`s.
Het belang van de energietransitie
Het klimaat verandert. En het helpt natuurlijk niet dat we wereldwijd nog veel fossiele brandstoffen gebruiken. Bij het verbranden daarvan komt CO₂ vrij, en dat zorgt mede voor problemen: de aarde warmt op, de zeespiegel stijgt en we krijgen vaker te maken met extreem weer, zoals hevige regenval, droogte of hittegolven.
Bovendien raken die fossiele brandstoffen op en worden ze doorgaans op lange termijn steeds duurder. Nederland wil daarom in 2050 bijna alle energie uit hernieuwbare bronnen halen. Dat is beter voor het klimaat, voor je portemonnee en het maakt ons minder afhankelijk van andere landen.
Nederland in 2017: slechts 6,6% hernieuwbare energie
In 2009 heeft de Europese Unie afgesproken dat elk land in 2020 een bepaald percentage van zijn energie duurzaam moest opwekken. Deze percentages verschilden per land, afhankelijk van:
- hoeveel duurzame energie het land al had in 2005;
- de economische situatie van het land;
- de mogelijkheden voor duurzame energie (zoals zon, wind of waterkracht).
Nederland moest in 2020 14% van alle energie uit hernieuwbare bronnen halen. Maar in 2017 haalde Nederland nog maar 6,6% van zijn energie uit duurzame bronnen. Daarmee bungelden we onderaan de Europese lijst – alleen Luxemburg scoorde iets lager.
Landen die goed scoorden waren Zweden (54,5%), Finland (41%), Denemarken (35%) en Oostenrijk (33%). Dat Nederland slechts 6,6% van alle energie uit hernieuwbare bronnen haalde, kwam onder andere doordat er nog veel aardgas werd gebruikt in huizen, er weinig waterkracht is en beleid en subsidies pas later op gang kwamen dan in andere landen.
Het gaat dan om het verschil tussen hoeveel energie we als land gebruiken en hoeveel we zelf duurzaam opwekken. Daarbij tellen we aardgas niet mee, maar kernenergie wel.

Van 6,6% naar 17%: Nederland haalt klimaatdoel 2023
In 2023 kwam 17% van het totale energieverbruik in Nederland uit hernieuwbare bronnen. Daarmee hebben we de doelstelling van het Energieakkoord uit 2013 gehaald; 16% voor 2023. Nederland heeft een enorme inhaalslag gemaakt, zowel als het gaat om het opwekken van duurzame energie als het verbruiken ervan.
Die groei kwam vooral doordat er meer windmolens op land en zee bij zijn gekomen en we héél veel zonnepanelen zijn gaan leggen
Bovendien is het ook belangrijk hoe grote bedrijven omgaan met hun energieverbruik omgaan. Daarnaast heeft Nederland relatief weinig zonne-uren en ook weinig bergen of hoogteverschil voor waterkracht. Ook staat de enige centrale met kernenergie opwek letterlijk op een laag pitje.
Het opwekken van duurzame energie is vooral lastig in de donkere en koude wintermaanden, zeker als er dan ook weinig wind is. Er is dan haast geen mogelijkheid om duurzame energie op te wekken, terwijl we dan juist in die maanden, veel energie (stroom en gas) verbruiken.
Energiebron | Aandeel in 2023 |
Biomassa | 5,85% |
Windenergie | 5,31% |
Zonne-energie | 4,04% |
Warmtepompen | 1,53% |
Overige bronnen | 0,38% |
Nederland scoort lager dan andere EU-landen
In 2022 lag het gemiddelde EU-aandeel van hernieuwbare energie op 23%. Nederland zat daar met 15% ruim onder. Alleen Luxemburg, België, Malta en Ierland scoorden lager dan Nederland.
De positieve kant van het verhaal is dat de groei van de productie van hernieuwbare energie in Nederland sneller is gegaan dan in veel andere landen. Vooral op het gebied van zon en wind zijn grote stappen gemaakt. Maar om de nieuwe EU-doelstelling van 42,5% hernieuwbare energie in 2030 te halen, moet nog het nodige gebeuren. Nederland moet in 2030 in ieder geval 39% van alle gebruikte energie uit hernieuwbare bronnen halen.
Wat kunnen we leren van andere landen?
Zweden doet het al jaren goed met duurzame energie. Dat komt vooral doordat ze veel hout en plantenresten (biomassa) gebruiken om energie op te wekken. Dat afval komt uit de bossen en houtfabrieken. Ook heeft Zweden in veel steden een warmtenet. Daarmee worden huizen verwarmd via buizen onder de grond, in plaats van met een cv-ketel. Verder helpt de overheid mensen om elektrisch te rijden en energie te besparen in huis, bijvoorbeeld met subsidies.
Ook van Denemarken kunnen we het een en ander leren. Dat land is al lang bezig met windenergie. Ze hebben veel windmolens, op land én in zee. Wat bijzonder is: veel Denen zijn zelf mede-eigenaar van een windmolen. Daardoor verdienen ze mee aan de opbrengst en staan ze vaak positiever tegenover windprojecten.
Oostenrijk gebruikt vooral stromend water om energie op te wekken. Het land heeft natuurlijk veel bergen en rivieren. Ze bouwen waterkrachtcentrales die op een milieuvriendelijke manier stroom maken. Ook stimuleert Oostenrijk kleine, lokale energieprojecten, bijvoorbeeld in dorpen. Zo kunnen mensen zelf energie opwekken met bijvoorbeeld zonnepanelen of bio-installaties.

De uitdagingen voor Nederland
Er zijn een paar dingen waar Nederland tegenaan loopt als het om hernieuwbare energie gaat:
1. Netcongestie
In Nederland groeit het aantal zonnepanelen en windmolens snel. Dat is goed nieuws, maar het stroomnet kan dat niet altijd aan. In sommige gebieden is er te weinig ruimte op het elektriciteitsnet om nieuwe installaties aan te sluiten. Dit heet netcongestie. Het zorgt ervoor dat bedrijven of huishoudens soms moeten wachten voordat ze hun zonnepanelen kunnen gebruiken of energie kunnen terugleveren. De uitbreiding van het netwerk kost veel tijd en geld. Dit maakt ook dat grote industriële bedrijven niet kunnen overstappen van gas naar stroom of zelfs naar eigen zonne- of windstroom.
2. Afhankelijk van gas
Bijna elk bestaand huis in Nederland heeft een gasaansluiting en veel mensen koken en verwarmen hun huis nog steeds met gas. Daardoor is de overstap naar duurzame alternatieven, zoals warmtepompen of stadsverwarming, een grote uitdaging. Niet elk huis is al geschikt voor een warmtepomp. Vooral oudere woningen moeten vaak eerst beter geïsoleerd worden – en dat kost natuurlijk tijd en geld. Ook is het aanpassen van de woning best ingrijpend. De verwarming moet vaak helemaal worden veranderd, en dat is duur en niet altijd makkelijk.
3. Anders omgaan met energie
Om écht duurzamer te worden, moeten we anders omgaan met energie. Denk aan korter douchen, apparaten uitzetten of, als je zonnepanelen hebt, de wasmachine aanzetten als de zon schijnt. Maar ook aan investeren in zonnepanelen of isolatie. Het isoleren van vloer, muren of dak is bij tochtige woningen één van de effectievere maatregelen om energie te besparen, maar niet iedereen heeft daar geld voor. Ook weten mensen soms niet waar ze moeten beginnen.
Minder stroom of gas verbruiken is dus een goed begin. Om heel veel minder te verbruiken, moet je eigenlijk wel aanpassingen in je woning doen. En als je al zonnepanelen hebt, is het vanwege de netcongestie en terugleverkosten belangrijk dat je zoveel mogelijk eigen zonnestroom verbruikt. Doe dat vooral overdag in de lente en zomermaanden.
Tips om zelf te verduurzamen
Zelf kun je ook je steentje bijdragen aan het milieu:
- Kies voor groene energie: kies voor een energieleverancier die stroom levert uit wind, zon of waterkracht. Gebruik onze vergelijker en filter op ‘groene stroom’ of ‘groene stroom uit Nederland’. Voor gas kun je filteren op CO₂ -gecompenseerd gas.
- Installeer zonnepanelen of een warmtepomp: met zonnepanelen wek je je eigen stroom op. Dat is goed voor het klimaat én je energierekening. En als je tijdens de zonnige uren je eigen stroom verbruikt, help je het stroomnet en dus iedereen aan lagere kosten. Een warmtepomp gebruikt warmte uit de lucht of bodem om je huis te verwarmen, in plaats van gas. Er zijn voor deze investering verschillende subsidies beschikbaar.
- Bespaar op je energieverbruik: gebruik bijvoorbeeld een app om je energieverbruik te bekijken, zet apparaten uit in plaats van op stand-by, douche korter en verwarm alleen ruimtes waar je vaak bent.
- Isoleer waar mogelijk en raadpleeg een adviseur hoe je dit het beste kunt doen.
Laat een reactie achter